In Emmen startten de plannen met het winnende ontwerp dat de gemeente indiende bij Panorama Lokaal, een initiatief om wijken nieuwe energie te geven. In de zogenoemde ‘bloemkoolwijk’ waar ook Domesta actief is, is die behoefte groot, vertelt Moormann. “De wijk vergrijst, er is weinig doorstromingen veel mensen zijn eenzaam. Domesta investeert onder meer in de herontwikkeling van een verouderd woonzorgcentrum, maar verder moeten we als partners creatief zijn in het vinden van financiering; in deze regio hebben de gemeenten het financieel zwaar. Inmiddels draagt ook het waterschap een steentje bij en hopelijk binnenkort een zorgverzekeraar. We hebben allemaal onze eigen opgave in de wijk, maar kijk je door je oogharen dan gaat het altijd om het welzijn en welbevinden van mensen. Leg alle puzzelstukjes op tafel en je ziet gaandeweg verbanden. Als je dan ook nog de verschillende financieringsstromen op tafel durft te leggen, wordt één plus één drie.”
In Enschede nam zorgorganisatie De Posten het initiatief voor een inclusieve wijk. Hogenboom: “Dit vraagstuk is vele malen groter dan de afzonderlijke opgaven van de gemeente, woningcorporaties en zorgpartijen. We hebben visiebijeenkomsten georganiseerd en de partners ‘meegesleept’ naar landelijke congressen om het urgentiegevoel en eigenaarschap te vergroten. Inmiddels hebben we een goed functionerende coalitie. Evengoed blijft de gemeente een veelkoppig monster, met vele programma’s en budgetten; het liefst zou je al het geld dat voor een gebied beschikbaar is bij elkaar vegen. Maar het begin is er, we hebben een stuurgroep met een enthousiaste wethouder als voorzitter, en een projectleider die domeinoverstijgend kijkt naar wat Enschede Zuid nodig heeft.”
Ook in Emmen zijn de eerste bestuurlijke afspraken gemaakt. Moormann: “De omslag zit vooral in het combineren van sociale en fysieke opgaven. Dat is voor veel gemeenten nog nieuw.”
Maar, klinkt het van beide kanten, het begint altijd bij de bewoners. “De tijd van plannen maken achter je bureau is voorbij”, benadrukt Moormann. “We betrekken huurders al in een vroeg stadium, deels formeel en op andere momenten heel laagdrempelig. Zo organiseren we opruimochtenden in de wijk, met een partytent en gratis koffie. De opgeruimde wijk is mooi meegenomen, maar het gaat vooral om het gesprek.” Eenvoud, beaamt Hogenboom: “Groot denken en klein beginnen.” Ook zijn organisatie spreekt geregeld met bewoners en ging zelfs samen met de wijkraad op pad met een ijscokar. “Met een ijsje in de hand komen de gesprekken vanzelf: wat willen bewoners, hoe zien ze hun wijk? Goed luisteren en vervolgens zorgen dat er ook echt iets gebeurt. Dat hoeft niet veel te kosten: een veilige oversteekplaats, trottoirs met icoontjes voor mensen met dementie, een bloemenperkje of extra afvalbakken. Die ogenschijnlijk kleine dingen maken voor bewoners het verschil.”
De gouden tip voor andere bestuurders? “Zorg dat je tot een gezamenlijke visie komt en leg die vast. Dat kost de nodige tijd, maar zodra je weet waar je samen voor staat en wat ieders rol is, kun je die lijn vasthouden. Het heeft ons al een paar keer gered van drieste ingrepen in deze onzekere tijden en bij bestuurswisselingen.” Moorman voegt toe: “Eens, maak de visie leidend, met daaronder een uitvoeringsagenda én investeringsopgave waaraan iedereen zich committeert. Accepteer dat je niet alles tegelijk kunt doen, maar wel dat élke investering die je doet in de wijk bijdraagt aan het gezamenlijke toekomstbeeld.”