Om te beginnen een korte schets van de opgave. De vergrijzing gaat zeker de komende 30 jaar door. Ondertussen halveert het aantal mantelzorgers. Daarnaast moet het personeel in de ouderenzorg verdubbelen om in de zorgbehoefte van 2040 te voorzien, terwijl er nu al grote tekorten zijn. Naar verwachting neemt het aantal mensen met dementie in de komende twintig jaar met 80% toe. Met de plannen van het nieuwe kabinet in het achterhoofd zal het aantal plaatsen in verpleeghuizen niet uitbreiden. De oplossing moet gevonden worden in geclusterde woonzorgconcepten, waar ook ouderen met een intensieve zorgvraag kunnen wonen. Tot slot roept de Nationale Woon- en Bouwagenda op tot realisatie van 900.000 woningen tot 2030. Daarvan zouden ten minste 150.000 nultredenwoningen en geclusterde woningen toegewezen moeten worden aan ouderen.
Hans Adriani en Corine Dijkstra zien ook hoeveel andere urgente kwesties er op gemeenten afkomen, zoals bijvoorbeeld de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. ‘Er is altijd een groep die urgenter is dan de ouderen’, zegt Adriani. ‘Alleen de groep ouderen is fenomenaal veel groter. Dit zijn echter niet de mensen die je op het Malieveld zal zien demonstreren omdat ze in de problemen komen. Maar die problemen komen er wel aan.’
De noodzaak om in actie te komen voor de woonzorgopgave voor ouderen is dus groot. Adriani en Dijkstra doen daarom een dringend beroep op nieuwe raadsleden en colleges. De afgelopen jaren is in veel gemeenten al gewerkt aan een visie op wonen en zorg. De lokale feiten en cijfers zijn in beeld, maar het is volgens Dijkstra tijd dat gemeenten nu echt serieus aan de slag gaan met deze opgave. ‘Sommige partijen denken dat het woningprobleem zich vanzelf oplost, maar de maatschappelijke opgave vraagt van ons als gemeenten, onafhankelijk van politieke kleur, dat we een stap naar voren doen, samen met zorginstellingen, zorgkantoren en woningcorporaties.’
Wat houdt dat dan in voor een gemeente en waar begin je? Ten eerste, zegt Adriani, heeft de Taskforce veel ondersteuning, leidraden en goede voorbeelden verzameld. ‘Je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden, maar maak gebruik van kennis van het netwerk van de Taskforce en de ambassadeurs.’ Maar, voegt hij toe: ‘Het is altijd een lokale opgave, waarbij je lokaal moet bouwen aan de oplossing.’
De Taskforce onderscheidt 5 fasen waarin een gemeente met de opgave aan de slag kan gaan. Hoewel alle fasen relevant zijn, denken Adriani en Dijkstra dat als nieuwe gemeenteraden en colleges energie steken in twee zaken, dit een groot effect op de lange termijn zal hebben: laat de gemeenteraad de woonzorgvisie vaststellen en maak duidelijke afspraken. Dijkstra: ‘Maak afspraken in de raad, in het college, binnen het gemeentehuis én daarbuiten met betrokken partners.’ Adriani vult aan: ‘Je moet nu de regie pakken, ook over iets waar je misschien niet over gaat. Domeinoverstijgend werken is op alle fronten nodig. Het is niet de vraag of het mag. Het moet.’
De regie pakken als gemeente, hoe kan je dat doen? Je kan bijvoorbeeld kijken waar de regels knellen om iets voor elkaar te krijgen. Dijkstra vertelt over het inzicht dat Wmo-voorzieningen ook collectiever ingezet kunnen worden. Dat vraagt van de gemeente om samen met een VvE of coöperatie ‘buiten de kaders te stappen en afspraken over nieuwe verantwoordelijkheden te maken’. Die samenwerking begint ook al binnen het gemeentehuis: zorg dat de afdeling wonen en de afdeling sociaal domein elkaar kennen en met elkaar aan tafel zitten, benadrukken de wethouders.
Een ander voorbeeld speelt rond bestemmingsplannen. ‘Wees er op tijd bij met het toekennen van een maatschappelijke bestemming. Anders heb je zo maar te maken met een projectontwikkelaar waar je geen nee tegen kan zeggen’, vertelt Dijkstra. Als er ruimte vrij komt in de buurt van voorzieningen, dan is dat een goed moment om ‘te eisen dat er voor ouderen gebouwd wordt’, zegt Adriani. ‘Bouwen voor ouderen is eigenlijk acupunctuur in de wijk. Bij bouw- of transformatieprojecten rondom clusters van voorzieningen, wil je voorrang kunnen geven aan ouderen uit de buurt. Want het idee dat ze uit hun eigen buurt weg moeten, is de nummer één belemmering voor ouderen om te verhuizen. En kijk dan eens met je afdeling openbare ruimte of de stoepen rollatorvriendelijk zijn.’
Adriani en Dijkstra zien talloze mogelijkheden voor gemeenten om het woonzorgvraagstuk voor ouderen aan te pakken. Het vraagt wel om een lange adem en enige creativiteit. Er zullen nieuwe interventies bedacht moeten worden, nieuwe manieren van financiering, nieuwe samenwerkingscoalities. Dat vraagt om andere afspraken over verantwoordelijkheid. Niet alles is meteen duidelijk, maar ‘daar moeten we doorheen met elkaar’, zegt Dijkstra. ‘Probeer het, ga aan de slag met je regels en kijk wat er wél mogelijk is.’