Met de scheiding van wonen en zorg is de financiering van deze voorzieningen weggevallen. Veel zorginstellingen zijn er vervolgens mee gestopt. Nu is het vaak een dooie boel.
Recent mocht ik in kader van het programma Langer Thuis een pleidooi houden voor de campingbaas als exploitant van zo’n plint. Als het om relatief klein oppervlak gaat, kunnen de bewoners dat zelf beheren. Daar zijn mooie voorbeelden van. Maar vaak gaat het om een ruimte van 1.000 m2 of meer. Dat vraagt een andere, meer professionele benadering. Hier schuif ik graag de ‘campingbaas’ naar voren.
Het business model van de campingbaas lijkt verdacht veel op dat van een exploitant in maatschappelijk vastgoed. Het creëren van een fijne verblijfsplek is daarvan de kern. Horeca en andere services komen daar eventueel bij. Daarnaast zorgt de campingbaas dat er altijd wat te doen is. We willen immers leven in de brouwerij!
Als je de campingbaas vraagt naar de omzet van de campingwinkel trekt die een zuinig gezicht. Evenzo bij die van het trekkersveldje. Maar hij zal benadrukken dat het geheel de moeite waard is. Dat geldt ook voor de plint van een woonzorgcomplex. Ook daar gaat het om een slimme mix van functies.
Op één van de locaties waarbij ik nauw betrokken ben, hebben we de campingbaas alvast een naam en gezicht gegeven: Carolien. Carolien is er nog niet en het leerwerkbedrijf dat ze moet gaan leiden staat pas in de steigers. Maar ik kijk al uit naar haar aanstekelijke enthousiasme om van deze locatie weer een gastvrije en bruisende plek te maken.